Mix (afdrukken): meerdere documenten tegelijk inslaan tijdens het afdrukken.
Effen: druk een kleurtint af, zonder verloop en zonder kader.
Verzameling: bedrukte vellen op volgorde leggen voordat ze worden geniet in notitieboekjes, tijdschriften, boeken.
Omdraaien: Draai een vel met bedrukking op de voorkant om om het vervolgens op de achterkant af te drukken vanaf dezelfde plaat.
Benday: deel de pantone-referentie van een vierkleurenproceskleur zo nauwkeurig mogelijk uit.
Bitmap: zwart-witafbeelding met 100% kleur, zonder grijstinten.
Deken: rubberen vorm bevestigd aan elke cilinder van de printeenheid. Door deze vorm kan de inkt op het vel worden afgezet.
Goed om te rollen: aan het einde van de instelling van de machine bij het begin van het afdrukken, het referentieblad dat zal worden gebruikt voor de duur van het afdrukken.
Goed om af te drukken (BAT): het afgedrukte en ondertekende bewijs voor de instemming van de klant voor de lancering van de definitieve afdruk.
Bleeds: Als u tot aan de rand van het vel wilt afdrukken, moet de grafische compositie 5 mm buiten de snijlijn worden aangebracht. 5 mm Bleeds zijn belangrijk om dit snij- en printeffect mogelijk te maken (zie ook “Bleed”).
Naaien : Eenmaal geassembleerd, worden de verschillende handtekeningen aan elkaar gebonden met behulp van verschillende technieken (2 steken, gelijmde vierkante ruggengraat, genaaide vierkante ruggengraat zijn de belangrijkste).
Notebook: door een vel te vouwen is het mogelijk om pagina’s te vormen. Wanneer 1 vouw 4 pagina’s bepaalt, hebben we het over een notitieboekje dat uit deze 4 pagina’s bestaat.
Aanpassing : Pas de inkt aan, identificeer de perfecte superpositie van kleuren, maar ook hun dichtheid bij het starten van de afdruk om het recht om te rollen te verkrijgen.
Spoorweg: Bij de opmaak van een brochure wordt rekening gehouden met een montageplan en de plaatsing van teksten en illustraties voor een samenhangend leesresultaat.
CB: gezegd van een soort glanzend gecoat papier
CM: gezegd van een soort mat gecoat papier
CMYK: afkorting voor cyaan, magenta, geel en zwart. Deze 3 primaire kleuren en zwart (quadrichromie) worden gebruikt bij het drukken. Ze worden subtractieve primaire kleuren genoemd.
Cromalin: het is een document dat van platen is gedrukt en dient als controle en referentie om de kleuren te kalibreren, voordat een afdruk in de gewenste hoeveelheid wordt gelanceerd.
CTP – Computer to Plate: techniek die erin bestaat een document rechtstreeks van de computer naar de drukplaten door te geven, waardoor de productie- en montagefasen van de film worden geëlimineerd (deze techniek is de meest gebruikelijke geworden in het moderne drukwerk).
Knockout: dit zijn tekst of afbeeldingen die leeg zijn gelaten op een bedrukt oppervlak (zie “Reserveren”).
Hot foil: Heet aanbrengen van goud- of zilverfolie.
Vierkant gelijmde rug: een binding van notitieboekjes die in de omslag zijn gelijmd.
Genaaide en gelijmde vierkante rug: een binding die genaaide notitieboekjes samenbrengt en vervolgens in de omslag wordt gelijmd (nog steviger proces dan de vorige).
DPI: Engelse afkorting van “Dot per Inch”, wat zich vertaalt naar pixels (dots) per inch.
Een inch is gelijk aan 2,54 cm. Hoe hoger het aantal pixels per inch, hoe hoger de definitie van de afbeelding. Afbeeldingen in druk moeten worden gescand op 300 dpi.
Invoegen: Invoegen is het invoegen van het ene notitieboekje in het andere.
Vormgeven: elke bewerking die plaatsvindt na het afdrukken: vouwen, rillen, snijden, naaien…
Vellen doorgeven: bij het starten van een afdruk voor kleuraanpassing worden vellen gebruikt. Het is over het algemeen afval dat zo goed mogelijk moet worden gerecycled.
Bleed: Illustraties of effen kleur die het document overloopt (zie ook “bleeds”).
Landschapsindeling: indeling die horizontaal wordt gebruikt. Dit formaat wordt ook wel Italiaans formaat of Oblong genoemd.
Portretformaat: Formaat verticaal gebruikt. Dit formaat wordt ook wel het Franse formaat genoemd.
Afval: de hoeveelheid vellen die verloren gaat tijdens de eerste drukfase (makeready) en vervolgens de afwerking (knippen, vouwen).
Papier reliëf: papier reliëf is het samenknijpen van een vel in een verhoogde vorm (positief, negatief of beide) met of zonder een geïnkte afdruk.
Grammage: het gewicht van een vel per vierkante meter wordt gebruikt als maat voor de papierdikte. Een papier kiezen betekent dus het gewicht vermelden en